Deze titel is eigenlijk niet verontrustend. Want dood is alom aanwezig in het Nationale Park Abruzzen
in het midden van Italië. Eten en gegeten worden, ouderdom en zelfs jacht, betekent vaak het einde
van een zwijn of hert, maar ook van vogels, reptielen en natuurlijk ook van beren en wolven.
Maar afgelopen maand troffen boswachters ineens 9 dode wolven aan en bovendien nog enkele
gieren. Allen vergiftigd, dat was de eenduidige conclusie van de autopsies die uitgevoerd waren op
de karkassen. Daarmee is een roedel wolven gedood en dus ook de aaseters die normaliter de resten
opruimen.
Uiteraard doet de overheid onderzoek, maar vaak hoef je niet ver te zoeken: een boer, herders, een
jager? Zou zo maar kunnen. De een, een boer of herder die last heeft van wolven; de ander, de jager

die vindt dat de wolf zijn buit, een hert of een zwijn, voor de loop van zijn geweer wegkaapt.
Ook de bruine beer in de Abruzzen is zijn leven niet veilig en omdat er nog maar een 60 beren over
zijn is iedere beer die door de mens wordt gedood een groot verlies.
De Marsicaanse bruine beer leeft in de 3 delen van het Abruzzengebied in Centraal Italië. De soort
heeft het al eeuwen moeilijk. De groei van de populatie is minimaal en daarom erg kwetsbaar. Ieder
jaar wordt er wel een beer gedood in een verkeersongeluk, of heeft een stroper een beer gedood
omdat hij dacht dat het een wild zwijn was?
Natuurbescherming is wel iets van “lange adem”, maar de positie van de wolf en beer of een aantal
bijzondere roofvogels (lammergier bv.) is uiterst kwetsbaar.

Gerard Baars/n.a.v. publicatie in NU.NL, mei 2023