Introductie
Eind 2003 kwam er een melding binnen over kooiberen in Georgië. In begin 2004 bezochten wij het
land en zagen dat er overal bruine beren werden gehouden in kleine stalen kooien. Dat was vaak bij
restaurants of benzinestations. Soms troffen we ook beren aan op erven van boeren of zelfs bij een
wijnboer. Dit alles om bezoekers te verleiden de plek te bezoeken en er ook soms ‘eten’ (chips
bijvoorbeeld) te kopen voor de beren. Een verdienmodel dus. Er werd al snel duidelijk dat de dieren
er slecht aan toe waren door slechte voeding, blootstelling aan extreme temperaturen, gebrek aan
water, gepest en enorme stress. Een enorme beer in een kooi van maximaal 2×3 meter en in deze
omstandigheden is een hel.
Deze beren waren vaak de bijvangst van stroperij en illegale jacht. Georgië was, zeker toen, na het
vertrek van de Russische troepen en de ineenstorting van de economie, een land waar stroperij en
illegale houtkap en corruptie normale zaken waren. Dus jacht betekende inkomen; soms ook omdat
restaurants berenvlees op het menu hadden staan. Daarvoor werden de volwassen beren geschoten
en vaak waren de jonge beren bijvangst. En ook die brachten een schamele vergoeding op van € 50-
€100,- per beer. Zowel in de natuur als in gevangenschap, zoals bv. in het Berenbos in Rhenen,
kunnen beren wel 25 tot 30 jaar oud worden, maar het leven van kooiberen in kleine stalen kooien
zonder enige voorziening, geen beschutting tegen regen of de felle zon, blootgesteld aan de
plezieren van de bezoekers, prikkend met stokken om te jennen, of bier en wijn als dorstlesser. Het
gebeurde allemaal en bijna elke dag. Dus deze beren lijden en hebben een relatief kort leven van
vaak maximaal 10 jaar. Van enige verzorging door hun bazen was amper sprake, die was er vooral op
gericht ze in leven te houden ten behoeve van eigen gewin.
Meer dan 50 kooiberen
Hoewel het houden van beren zonder vergunning bij wet verboden was, uitgezonderd enkele
dierentuinen, telden we op enig moment meer dan 50 beren in kooien in Georgië met de
wetenschap dat er nog meer waren. Zelfs in een van de bekendere restaurants, waar we zelfs bij de
lunch enkele ministers zagen werden beren gehouden. Als twee beren bij elkaar zitten is de kans op
kleintjes aanwezig, dat mag nooit gebeuren natuurlijk, dan wordt het probleem nóg groter. De
situatie werd gedoogd en afgedaan als cultuur. Op het Ministerie van Milieu, verantwoordelijk voor
deze situatie, werd ons aangegeven dat men geen enkele oplossing zag voor de beren, al was het
maar omdat men er geen onderkomen voor had (en ook toen niet voor wilde bouwen). Maar een
echte bijdrage die wij aanboden werd niet of nauwelijks serieus benaderd. Ook nu nog (2022) zijn er
nog kooiberen, niet zoveel meer als voorheen, maar het probleem van stroperij en illegale jacht en
dus de bijvangst van kleine beren die ergens heen moeten, is niet opgelost.
Doel:
Na de zgn. ‘Rose Revolution’ in 2004 in Georgië zijn wij (de auteurs van dit verhaal) naar Georgië
gereisd om poolshoogte te nemen. Het idee was om op enig moment een soort opvangcentrum te
bouwen en daar de kooiberen in onder te brengen. Dit idee was eerder ook in Duitsland, Turkije
Griekenland, Roemenië en Oostenrijk uitgevoerd en heeft geleid tot een drastische vermindering van
illegaal gehouden beren (probleemberen, kooiberen, dansberen). De idee was vooral ook om de
problemen ter plekke op te lossen en niet met beren te gaan slepen richting andere opvangcentra in
Europa. Daarvoor waren er ook veel teveel. Bovendien konden dan zo de publieke opinie wakker
maken in het afkeuren van stroperij, illegale jacht en het houden van kooiberen in het algemeen.
Met de komst in 2004 van president Saakaschvili (die getrouwd is met de Nederlandse Sandra
Roelofs), hadden we het idee dat de presentatie van onze plannen een goede ontvangst zouden
hebben. Opvang van kooiberen, informatie over beheer van flora en fauna, een kenniscentrum waar
scholen tot universiteiten gebruik zouden kunnen maken van kennis en informatie, en bovenal het
wegnemen van een van de schandvlekken in Georgië, de kooiberen, zouden er samenkomen.
De praktijk echter was weerbarstiger!
Uitwerking
Na contacten te hebben gelegd met NACRES, de grootste NGO in Georgië inzake natuuronderzoek op
het gebied van zoogdieren, na gesprekken gevoerd te hebben met faculteiten aan de universiteit van
Tbilisi, na gesprekken met bestuurders van het Ministerie van Milieu, en nadat wij een bezoek
gebracht hadden aan de dierentuin van Tbilisi, dachten we “appeltje -eitje”. Maar zo liep het niet in
Georgië.
Particuliere samenwerking bleek geen probleem, maar de contacten met de overheden was eigenlijk
niet te doen. Dit kwam vaak door de vele wisselingen op het Ministerie van Milieu. Net alleen de
personen wisselden snel, maar ook de vestiging van locaties veranderde periodiek. Al met al
betekende dat dat we zo’n beetje elk half jaar opnieuw konden beginnen met het bespreken van
onze plannen, schetsen en financieringsmodellen. Zo hebben we in 5 jaren meerdere ministers
‘versleten’, Locaties werden bezocht, afspraken gemaakt, één keer zelfs al een contract getekend en
uiteindelijk bleek niets te werken.
Op meerdere plekken rondom Tbilisi en Rustawi (25 km. ten ZO van Tbilisi) zijn er terreinen verkend
waar mogelijkerwijs een Georgisch berenbos gebouwd zou kunnen worden. Evenzoveel keren
werden wij teleurgesteld door regelgeving, hebzucht en totaal geen interesse in de beren (bleek toen
we van tolk wisselden) en ook totaal verkeerde plekken. Intussen was er een NGO opgericht, IBF
Georgië, waarvoor wij enkele Georgiërs hebben weten te interesseren.
Resultaat
Om een lang verhaal kort te maken: In oktober 2008 hebben wij kans gezien om in de toenmalige
dierentuin in Tbilisi een kleine noodopvang van ongeveer 2.000 m2 te realiseren, samen met enkele
Georgische vrienden uit onze NGO ter plekke. Met behulp van de Georgiërs en een Nederlandse
dierenarts hebben wij toen uit heel Georgië beren opgehaald, zelfs tot uit Batumi in het verre westen
van het land.
De toenmalige directeur van de dierentuin, je kon het amper zo noemen, het was meer een pretpark
met draaimolens e.d. en hier en daar een vreemd beest, meldde ons ‘dat er eindelijk iets gebeurde in
zijn tuin’. Dat klonk veelbelovend, maar al snel daarna verbraken de Georgiërs, op één van onze
mensen in de NGO na, alle contacten en gebeurde er niets meer.
In 2014 werd Tbilisi getroffen door een zware overstroming van een kleine rivier. De toenmalige
dierentuin lag op het laagste punt in Tbilisi en net dit riviertje stroomde er doorheen en werd een
monster. Bijna de hele dierentuin werd weggevaagd, inclusief ‘onze’ 8 beren.
Anno begin 2022 schijnen er nog steeds kooiberen te zijn. Toch lijkt er iets te gebeuren, want de
bouw van een nieuwe dierentuin op een andere plek is in gang gezet met het beschikbaar stellen van
grond voor een berenbos. Hopelijk wordt dit ooit gevolgd door mooie foto’s van goed opgevangen
beren? De tijd zal het leren.
Kosten:
Over de periode van 2004 tot 2012/14
1. Aanschaf hekwerk voor de bouw van een beren opvanglocatie in de dierentuin van
Tbilisi van 2.000m2 €40.000.
2. Reis- en verblijfkosten periode 2004/2014, 15 trips (korter en langer)
a gemiddeld €1.000 €15.000,-
3. Kantoor IBF G en salaris directeur. 2 jaar x €1.500 per maand €36.000,-
4. Organisatie en bureaukosten 4 jaar x €500 per maand €24.000,-
___________+
Totale kosten
€125.000,-
Donaties ontvangen
1. Gift uit Zwitserland €45 000.-
2. Donaties-1: 3x €15.000
€45.000,-
3. Donaties-2: 4x €10.000
€40.000,-
____________+
Totale bijdragen
€130.000,-
Gerard Baars